Peter Kalb
Hij kan geen noot lezen, maar speelt de sterren van de hemel. ‘De meest virtuoze flamencogitarist van Nederland’ wordt hij wel genoemd, de hele wereld is zijn werkterrein en regelmatig speelt en speelde hij samen met andere muzikale grootheden als Carles Benavent, El Piraña, J.A. Amamargos, Andrés Marín, Pakete, Rosenberg Trio, Madeline Bell en Laura Fygi. Zijn naam: Peter Kalb. Zijn artiestennaam: El Periquín. Zijn beroep: flamencogitarist.
Wat betekent flamenco voor jou?
“Pffff”, een diepe zucht ontsnapt hem. “Wat een vraag! Flamenco is alles: passie, gevoel, techniek, ritme. Soms ingetogen dan weer lyrisch of explosief. Maar altijd gaat flamenco over het leven met alle emoties die daarbij horen als vreugde, verdriet, liefde, gemis, eenzaamheid.”
Flamenco duiden is niet zo simpel; geschreven bronnen zijn er weinig. Flamenco is door de eeuwen heen ontstaan als muzikale kruisbestuiving met invloeden van onder meer Zigeuners, Moren, Joden en christelijke kerkmuziek. De zuidelijke regio’s van Spanje, vooral Andalusië, vormen de bakermat van deze muzikale smeltkroes. Flamenco kent drie verschijningsvormen, zang, dans en instrumentaal met de flamencogitaar als bekendste instrument. Flamenco is ook de muziekstijl van heel uiteenlopende temperamenten. Van vurig, rauw en ongepolijst tot ingetogen en gevoelig en alle smaken daartussen.
En het geschiedde
Peter zal een jochie van pakweg zo’n 11 jaar zijn geweest toen hij bij toeval de wereldberoemde flamencogitarist Paco de Luciá hoorde spelen. “Op een cassettebandje. Al had ik geen enkel benul van muziek, laat staan van muziekstijlen, ik was meteen verkocht. Dàt wilde ik ook. Emotie, tempo, hartstocht, het zal er allemaal in en zo jong als ik was, ik herkende het.” Na de middelbare school leek het conservatorium een logisch vervolg. Ondanks zijn leermeester, Paco Peña (begin dit jaar nog volop in het nieuws met zijn Requiem por la Tierra) toch niet de eerste de beste, liet hij de lessen na zo’n 3 jaar voor wat ze waren en vertrok naar Madrid; het vrije leven trok. Niet helemaal een sprong in het diepe, hij kende er muzikanten, begeleidde er soms al workshops van bekende dansers en dompelde zich vanaf dat moment voorgoed onder in de flamencomuziek. “Ik leerde er veel, ook door mijn betrokkenheid bij de nog steeds bestaande flamencoschool Amor de Dios. Bij sommige filmkijkers zal die naam een belletje doen rinkelen. In 1983 kwam de Spaanse muziekfilm Carmen uit en daarin speelde die flamencoschool een rol, net als Paco de Lucía. Deze in 2014 overleden Andalusische flamencogitarist wordt nog altijd geroemd om zijn virtuoze gitaarspel. Hij is van de buitencategorie, een van de beste flamencogitaristen ter wereld net als Manolo Sanlúcar, componist en gitarist, die ik net zo bewonder. Door Carmen kreeg de flamencomuziek een enorme boost; flamencoscholen deden goede zaken, er werd gedanst en gezongen, muziek was er, altijd en overal. Hoe anders is het nu 37 jaar na Carmen.”
El Periquín y Grupo
Klinkt er wat somberheid?
“Flamencoscholen lijken hun glans verloren te hebben. Alles op corona schuiven is niet fair, hoewel in heel Spanje de tablaos (locaties waar flamencoshows worden opgevoerd) wel i.v.m. het virus gesloten zijn. Het is de tijdgeest; niet alleen in Spanje, wereldwijd wordt de kunst- en cultuursector kapot gemaakt. Heeft vooral flamenco het in Spanje zwaar te verduren, ook Nederland ontkomt niet aan een verdergaande afkalving. De toon hiervoor is al jaren geleden gezet. Toneelgezelschappen die geen subsidie meer krijgen, gerenommeerde orkesten die moeten fuseren en bij veel plaatselijke muziekverenigingen is het net zo goed tobben. Dit jaar krijgen carnaval, festivals, kermissen, schuttersfeesten en noem het maar het extra voor hun kiezen door de coronacrisis, diep triest. Bij flamenco is nog een andere wat wonderlijke ontwikkeling gaande. Lijkt slechts een minderheid van de Spanjaarden die muziekstijl in stand te willen houden, gek genoeg zijn het juist de buitenlanders die de waarde ervan onderkennen. Flamenco leeft en is universeel. Ik zou er blij mee moeten zijn, maar het voelt dubbel. Zeker toen in 2010 flamenco een plek op de werelderfgoedlijst kreeg. Het woord erfgoed zegt al genoeg.”
Hoe word je een goede flamencogitarist?
Peter: “De flamencogitaar bespelen is niet voor iedereen weggelegd, zelfs niet voor goede klassiek geschoolde gitaristen. Is een fijne motoriek bij elke uiting van flamenco essentieel, voor de gitarist is het cruciaal. Vooral de rechterhand moet veel souplesse hebben. Dan pas komen timing, gevoel, eigenheid, ritme en techniek aan de orde. Daarnaast gebruiken flamencomuzikanten vaak geen bladmuziek, de muziek zit meestentijds in hun hoofd en wordt van generatie op generatie doorgegeven.” Hoewel Peter naast lessen en workshops als freelancer doceert op het conservatorium in Arnhem en gewend is aan bladmuziek, blijft het lezen van muzieknoten hem verbazen. “In mijn optiek is het wat tegenstrijdig. Muziek in je hoofd zet je om in papieren noten, vervolgens zet je die weer om in muziek. Ergens in die transitie verlies je wat aan intensiteit. Mij bevreemden soms ook de aanwijzingen als forte, largo of pianissimo in bladmuziek. In mijn wereld hangt je speelwijze af van je stemming en het samenspel op dat moment. Als ik een andere muzikant iets wil laten horen, speel ik het voor, de ander speelt het na et voilà. Heel begrijpelijk dat een dirigent van een groot orkest een partituur voor zich heeft, maar een individuele musicus?”
https://liemersgezicht.nl/index.php/liemers-gezicht?start=4#sigProIda9eff0a9ff
Welke relatie heb je met je gitaar?
Peter: “Ik ben waarschijnlijk de enige professionele gitarist ter wereld die slechts over één gitaar beschikt. Het instrument is voor mij een middel, geen doel op zich. Natuurlijk zijn klank en uitstraling belangrijk, het moet klikken. Dan bedoel ik de manier waarop het zich laat bespelen, wel makkelijk, ook weer niet tè, dan komt nonchalance om de hoek kijken. Mijn gitaar heb ik al 20 jaar, ooit gekocht van de in flamencokringen bekende Rafael Cañizares en gebouwd door Hermanos Conde uit Madrid. Hoe goed je gitaar ook is, de muziek moet uit jezelf komen. Over de klank van de tegenwoordige gitaren ben ik over het algemeen wel tevreden, eerlijk gezegd klinken ze vaak beter dan de oudere instrumenten.”
Weinig beweging
Hoewel Peter over de hele wereld speelt, blijft hij, behoudens wat kleine uitstapjes, voorlopig in Nederland. “De situatie in Spanje is niet stabiel en voelt onprettig. Net voor het land volledig op slot ging, was ik hier terug. Natuurlijk mis ik mijn vrienden, het samenspel, Spanje is de bakermat van flamenco, waar anders zou ik me zo thuis kunnen voelen. Gelukkig komen de concerten weer langzaam op gang. Ik kijk er erg naar uit. Begin november is er een optreden met het El Periquín Trio bij Anna-Yoga in Arnhem en later die maand treed ik op in Luxemburg. En verder? Ik houd mij niet met de toekomst bezig, ben geen planner, in ieder geval is Nederland voorlopig mijn thuishaven.”
De Verzameling
Net na de versoepeling van de intelligente lock down was er als welkom intermezzo het ingelaste concert voor passe-partouthouders in De Verzameling in Westervoort. Peter: “Een bijzondere plek met een warme sfeer, smaakvolle inrichting en veel kunst. En dan die akoestiek in dat van oorsprong gereformeerde kerkje, werkelijk top. Het werd niet voor niks de locatie waar ik het Concierto de Aranjuez van de Spaanse componist Joaquín Rodrigo heb opgenomen.
Op zondag 27 september start De Verzameling met de nieuwe concertreeks. Een inspirerend programma met bekende muzikanten als Mike Boddé staat op de rol.
Ennio Morricone en MJ
Gaat het in dit artikel vooral over de flamencogitarist El Periquín, koosnaampje, zoiets als Petertje, Peter Kalb is daarnaast een net zo begenadigd klassiek gitarist. Zijn weergaven van Ennio Morricones meesterwerken en muziek van ‘The King of Pop’ Michael Jackson zijn stuk voor stuk pareltjes, intiem, gevoelig en overgoten met een flamencosausje. Peter: “Ik houd van veel soorten muziek, van The Bee Gees tot Michael Jackson en van klassiek tot jazz met een lichte voorkeur voor akoestische muziek, vooral Pat Metheny kan me bekoren. Ik heb maar twee voorwaarden, het moet kwaliteit hebben en het moet me raken.”
El Periquín plays Ennio Morricone
En kwaliteit, dat heeft ook zijn gitaarspel. Wie Peter hoort en ziet spelen, paart een fijn besneden gezicht, lange slanke vingers aan gevoelig spel. Subtiel, intens en uiterst sensitief. Muziek en fysiek lijken volledig in balans.
door José Vleeming
Informatie:
El Periquín
De Verzameling
Gerrit Jansen
Het is een mooi tochtje vanaf de pont van Pannerden-Doornenburg over de Rijndijk naar Angeren. Smal, slingerend, eerst nog met uitzicht op het Pannerdens Kanaal, later nemen de uiterwaarden de blik geheel in beslag. In de oksel van de dijk richting Huissen ligt het paradijsje van Gerrit en Carla Jansen. Idyllisch is het woord dat opplopt bij de aanblik van bosjes, boerenzwaluwen, vijvertjes en bloeiende planten.
https://liemersgezicht.nl/index.php/liemers-gezicht?start=4#sigProId622a8f85a0
Geen blad voor de mond
Wie is de bewoner van dit gekoesterde stukje Betuwe die velen kennen van zijn bijdragen in De Gelderlander. Al 30 jaar deelt hij wekelijks zijn liefde voor de natuur met de lezers. Verhalen waarin hij je meeneemt in zijn verwondering over en bewondering voor alles wat groeit en bloeit. Gerrit: “Ik probeer om mensen een ruimere blik op de natuur te geven. Alles wat leeft, hoe klein ook, verdient respect en heeft een functie in de kringloop, schadelijke dieren bestaan niet, nuttige evenmin. Schade en nut zijn mensentermen. Dat is mijn boodschap.” Zijn artikelen kruidt hij regelmatig met pittige uitspraken; glad geschoren gazons waarin grasplanten geen kans krijgen, vol getegelde tuinen, “geen merel zal er ooit nog een worm verschalken. En kunstgras? Een regelrechte aanslag op het milieu”. Aan ideeën ontbreekt het hem nooit, de onderwerpen liggen letterlijk voor het oprapen.
Genetisch bepaald
Gerrit, Arnhemmer van geboorte, komt uit een gezin van 9. Als veel van zijn broers en zussen trad hij in de voetsporen van zijn vader, die hoofdonderwijzer was. Gerrit: “Was ik als kind lastig voor mijn vader, van twee doublures op de HBS wordt geen enkele ouder blij. Via de kweekschool en een studie biologie, kwam het allemaal op zijn pootjes terecht. Op de middelbare school waar ik les gaf had ik een collega die evenals ik gecharmeerd was van veldbiologie. Open-veldbiologie. In Engeland kregen we daar scholing in. Daar kenden ze allang de veldbiologische centra die door scholen met biologieleerlingen werden bezocht. Je ging met je leerlingen het veld in en zocht en formuleerde kleine onderzoeksvragen. Leerling en docent kenden vooraf het antwoord niet. Door je als docent kwetsbaar op te stellen -niet de betweter-, kreeg de leerling ruimte als ‘jonge onderzoeker’. En dat had een verfrissend effect op de relatie leraar-leerling. Er ontstaat als het ware een competitie tussen docent en leerling. Als dat zuiver gebeurt, is het een mooie manier van lesgeven en waardevol voor elk schoolniveau. Zelfstandigheid en scherp kijken, krijgen zo kans zich te ontwikkelen.”
https://liemersgezicht.nl/index.php/liemers-gezicht?start=4#sigProId9dfd88a7e3
Een leven na het onderwijs
Als bioloog was hij betrokken bij het radioprogramma ‘Wie weet waar Willem Wever woont’ en hij zat jarenlang in de redactie van het tv-programma ‘Ja Natuurlijk’. Daar heb ik Antoon van Hooff van Burgers’ Zoo goed leren kennen. We reisden samen naar Hilversum. Toen ‘Ja Natuurlijk’ stopte verzocht De Gelderlander mij om wekelijks een natuurpagina, destijds ‘Natuur Dichtbij’, te verzorgen.” Tekst, foto’s, lezersrubriekjes, de razend populaire natuurpuzzel en de kenmerkende illustraties van Willem Kolvoort jr. vullen nog altijd een dubbele pagina. Aan het uitgangspunt van de rubriek is nooit gesleuteld, natuur van alledag, actueel en herkenbaar.
Op zijn 56ste stopte Gerrit met het reguliere onderwijs en ging met zijn vrouw Carla natuurworkshops aan huis en in het buitenland verzorgen. De reizen naar Frankrijk, Tsjechië, Zwitserland, Ierland en Noord Griekenland voorzagen in een behoefte en de animo was groot, vooral onder de lezers van zijn natuurpagina in de Gelderlander.
Goed werk
De rubriek bedient een brede schare natuurliefhebbers, maar wat betekent natuur voor jouzelf? “Dat ik respect heb, fascinatie zou ik het zelfs wel willen noemen, voor alles wat leeft. Mijn betrokkenheid is intens en natuur breed, van het kleinste tot het grootste organisme. Als kind al werd ik geraakt door alles wat groeide en bloeide. Natuurlijk was het toen zoeken naar een vorm en ik startte met een volière; mijn vader bouwde het hok, maar voor parkieten liep ik niet echt warm. Wildzang, sijsjes en goudvinken, hield ik later, toen mocht dat nog! Hoe boeiend die vogels ook waren, diep in mij vond ik zo’n hok maar niets.” Zijn weerzin tegen het houden van dieren in hokken, gevangenschap, heeft zijn samenwerking met Antoon van Hooff en de familie (Burgers’ Zoo) nooit in de weg gestaan. “Dierentuinen van dit kaliber waren en zijn op geen enkele wijze vergelijkbaar met die in noem eens wat Syrië of dichter bij huis in sommige West-Europese landen. Dan spreken we van schrijnende situaties met dieren in erbarmelijke omstandigheden. Antoon was zeer vooruitstrevend met open verblijven, fokprogramma’s en ecosystemen. Denk maar aan de Bush, de Desert, de Mangrove en de Ocean. Antoons zoon Alex is een waardig en deskundig opvolger, zijn vaders erfenis is bij hem in goede handen.”
Natuurwetten
Via een uitspraak van David Hancocks*: “Wij lijden aan een eigenaardige aandoening. Aan de ene kant willen we de natuur bijna aanbidden, aan de andere kant willen we haar domineren en overheersen” maken we de overstap naar de wijze waarop we tegenwoordig vaak naar dieren kijken en ermee omgaan. “Een dierenambulance die wordt opgetrommeld/moet uitrijden voor een gewond mereltje? Reclame voor een ooievaar met een gebroken poot? Belachelijk! Zowel het mereltje als de ooievaar zijn beter af met een spuitje; ze zullen nooit meer optimaal kunnen functioneren. In de natuur gaan zwakkere of geblesseerde dieren dood. Dat gebeurt niet voor niets: kneus maakt kneus, geeft grotere kneus. Daar is geen enkel levend wezen bij gebaat. Hard? Het is de realiteit en helaas zie ik om mij heen dat nogal wat mensen ver van die natuurwetten zijn afgedwaald. Mensen horen dit niet graag, het zij zo. Om de wetten van de natuur nog maar eens te duiden heb ik twee jaar geleden over de in onze tuin broedende ooievaars geschreven; ze hebben 4 van hun eigen jongen opgegeten. Afschuwelijk om te zien hoe die pootjes naar binnen gaan. Toch, door deze actie hebben de ouders de overgebleven jongen gered. Zo zit de natuur in elkaar, alles klopt. Net als bij ons.”
https://liemersgezicht.nl/index.php/liemers-gezicht?start=4#sigProIdfa5a6737f0
Doormodderen
Afgedwaald zijn van de natuurwetten gaat één op één op voor het huidige natuurbeleid. “Er zijn immense problemen als klimaatverandering, stikstofproblematiek, CO2 uitstoot die om een oplossing, in ieder geval om beleid schreeuwen. Helaas heeft onze politiek lak aan de natuur en bakt ze er niets van. Polderen, geen keuzes maken, dat is wat er gebeurt. We zijn de hele natuur aan het vernielen. Het is pappen en nat houden en trucjes verzinnen. Iets geven en tweemaal zoveel weghalen. Nooit eerder was stemmen op de juiste partij zó belangrijk. Als ik aan de boeren denk, ben ik niet meer optimistisch. Mijn eerdere mening van gematigd positief kantelt steeds meer naar negatief. Grosso modo, de goeden niet te na gesproken, is geldelijk gewin het enige dat telt. Het hele verdienmodel rond de agrarische sector moet op zijn kop. De boeren zorgen voor ons voedsel, zeker. Maar die opmerking snijdt nauwelijks nog hout als we 4/5 van de opbrengsten, zo’n 80%, exporteren. En nog altijd, nog altijd, worden, zeker in de Achterhoek, agrarische gebieden met roundup achtig spul dood gespoten. Oranje gekleurde percelen, dan weet je wel hoe laat het is.”
Geld regeert
Is het allemaal dan louter negatief? Er verschijnen steeds meer akkerranden vol kleurige voor insecten aantrekkelijke bloemen. Dat moet toch hoopvol stemmen. Gerrit: “Natuurlijk ziet dat er fantastisch uit en lijken dit soort initiatieven hoop voor een natuur bewustere toekomst te geven. Een compliment aan de boeren zou je zeggen. Het is tuinieren op de akker, niet meer dan dat. Boerenorganisaties kopen zaad in waar ze vooral zelf voordeel bij hebben. Mengsels met een groot aandeel groenbemesters, ook nog eens gesubsidieerd. Wat er mis is met die mengsels? Die kleurige randen bevatten helaas niet louter inheemse planten. De mooie blauwe tot de verbeelding sprekende phacelia (afkomstig uit Californië) is altijd van de partij. Erg? Ja! Niet inheemse planten hebben een negatieve uitwerking op de biodiversiteit, ze trekken vooral honingbijen aan en verdrijven zo de wilde bijen. Wil je echt voordeel uit die bloeiende akkerranden halen, zaai dan inheemse planten. Zorg daarnaast voor overjarige bloemen en let op de ecologische relatie. Nederland kent nauwelijks leveranciers van goede zaadmengsels. Cruythoek in Groningen is er een. Jeroen Helmer van Stichting Ark noemde deze bloeiende akkerranden ooit ecologische vallen die contraproductief werken, ik schaar me volledig achter zijn mening.” (De insteek is verwondering)”.
Niet wegkijken
Het behoeft geen betoog dat Gerrits pittige uitspraken hem niet altijd in dank worden afgenomen. Zo joeg hij door de jaren heen menig kattenliefhebber in de gordijnen door te stellen dat de huiskat niet in de vrije natuur hoort, maar binnen. “Katten zijn razend interessante dieren, maar houd ze ’s nachts binnen, laat ze chippen en steriliseren en voer als overheid kattenbelasting in. Hoe schattig ook, de kat is een grotere predator dan de vos. Buurkatten springen bij ons de jonge zwaluwen uit het nest. Normaal? Een advies aan kattenliefhebbers: kijk hoe de natuur werkt en neem je verantwoordelijkheid, want niet de kat is schuldig. Verzachtende omstandigheden zijn er zeker. Veel mensen zijn eenzaam en het plezier dat zij aan hun kat beleven is onbetaalbaar. Toch ontslaat het niemand van eigen verantwoordelijkheid, het zou zoveel slachtoffers schelen.”
Dichtbij huis
Heb je de indruk dat jarenlange wekelijkse artikelen over de natuur en de misstanden die je aankaart het gedrag van je lezers beïnvloeden? Gerrit: “Dat zie ik zeker gebeuren; meer mensen gaan het alledaagse zien, stellen vragen, reageren op mijn verhalen en dat is pure winst. Ik koester niet de illusie dat veel jongeren mijn rubriek zullen lezen. Toch ervaar ik de kloof tussen jeugd en natuur niet als zorgelijk. Als ouders hun kinderen aandacht voor de natuur hebben meegegeven, komt dat er vroeg of laat zeker uit.”
https://liemersgezicht.nl/index.php/liemers-gezicht?start=4#sigProIda43564dfa4
Nederland als randstad
De krant belt, wil iets weten over rivierkreeftjes. We sluiten het gesprek af met een toekomstvisie. Gerrit: “In de toekomst zal onze natuur het formaat van een postzegel krijgen; steeds kleinere stukjes meer geïsoleerde natuur met uitstervende populaties dieren, insecten, bloemen en planten zullen ons landschap sieren. Hoewel chemicaliën, insecticiden en groeimiddelen zullen afnemen, ontstaat er een andere natuur. Steeds kunstmatiger. We worden, zijn eigenlijk al de randstad van Europa. Leven zal er blijven, zij het in een nieuwe verschijningsvorm. Ongetwijfeld is die opnieuw boeiend.”
David Hancocks, architect, schrijver, adviseur van Artis, en voormalig dierentuindirecteur, wordt internationaal gezien als een van de grote kenners van dierentuinen, hun geschiedenis en toekomst en hun relatie tot natuurbehoud. Op 6 mei 2013 sprak David Hancocks ter ere van 175 jaar Natura Artis Magistra de jubileumrede “Natuur is de leermeesteres van ALLES” uit.
door José Vleeming
Naschrift redactie: de eerste serie foto's is van Liemers Gezicht, de overige foto's zijn van Gerrit Jansen
Thea Jeurissen
Plaatselijke roem geniet ze al door haar acteerprestaties bij toneelvereniging NOTV, wellicht is ze straks een echte BN’er; het tv-programma Bed & Breakfast van Omroep Max is op zoek naar deelnemers.
Ooy = mooi, Ooy moet mooy blijven
‘Not in my backyard’ moeten de eigenaren van de grond aan de Leuffenseweg ongenummerd hebben gedacht toen ze opdracht gaven tot planontwikkeling voor een zonnepark. De een woont er zo ver vandaan dat zelfs vanuit het zolderraam geen glimp van de zonnepanelen is op te vangen.