Mannen van stavast
Op het traject Millingen – Spijk is eerlijk delen vanzelfsprekend. Behoort de ene helft van de Rijn met de groen-witte markeringen Duitsland toe, het rood-wit geduide deel is Nederlands” zegt Roland de Vries. Samen met Wilfred Janssen en Jaap van der Veen vormt hij die maandag de dertigste mei de bemanning van de RWS 43. Een van waterjetaandrijving voorzien schip met twee 900 pk motoren van Rijkswaterstaat.
Zowel Wilfred als Roland, beiden mobiel verkeersleider, “vroeger heette deze functie riviermeester”, zijn ook lid van het landelijk handhavingsteam en reizen door het hele land. Jaap is meestentijds aanwezig op de verkeerspost in Nijmegen, vandaag is hij de gezagvoerder.
Het is op zijn zachtst gezegd nogal waterig als ik met de drie heren mag meevaren. Later zal blijken dat heftige stortregens in een mum van tijd straten en huizen blank zetten in Zevenaar en omgeving. Het slechte weer deert de mannen niet. Onverstoorbaar bedient Jaap het roer, Wilfred en Roland houden oog op de omgeving. En passant vertellen ze over hun werk.
Vol continu
Rijkswaterstaat en wegen is een bekende combinatie. Rijkswaterstaat en vaarwegen is dat soms minder. Roland: “Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de aanleg en het beheer van wegen, daarnaast is de organisatie al honderden jaren lang ook de beheerder van de meeste vaarwegen in ons land. De Nederlandse waterwegen zijn in vier regio’s opgedeeld. Het gebied waarin wij ons bevinden is regio midden. Het strekt zich uit van Lobith tot Volkerak (Goeree- Overflakkee) en van de Pannerdense Kop tot Krimpen aan de Lek. Met zo’n 30 medewerkers op vijf verschillende standplaatsen zorgen we er 24 / 7 voor dat het scheepvaartverkeer veilig, vlot en doelmatig doorgang kan vinden.”
Filevrij
De drukte op het water neemt toe. Dat heeft deels te maken met de beroepsvaart die met steeds forsere schepen de binnenwateren bevaart. Schepen van ca. 135 meter lengte, duwboten met 6 bakken die met gemak 260 – 270 meter halen zijn geen unicum meer. “Je zou denken dat grotere schepen met meer lading het aantal schepen doen afnemen, niets is minder waar. Via het water kun je immense hoeveelheden vracht vervoeren zonder last te hebben van files. Dat hebben ook ondernemers ontdekt. Ter illustratie: een duwstel met zes bakken vervoert in één keer net zoveel vracht als 600 vrachtwagens. Daarnaast neemt het aantal luxe hotelschepen enorm toe. Neem Arnhem, een echte cruisestad, goed voor jaarlijks zo’n 750 aankomsten en vertrekken. Dat is niet niks!”
Informeren versus dirigeren
Om al dat vaarverkeer in goede banen te leiden en onze buiten- en binnenkusten tegen scheepsrampen te beschermen, beschikt Rijkswaterstaat over verkeersposten. Op de verkeersbuitenposten (o.a. Hoek van Holland) en verkeersbinnenposten (o.a. Nijmegen) werken in totaal zo’n 300 – 350 verkeersleiders. Jaap: “Geven in de luchtvaart de verkeersleiders opdrachten aan de gezagvoerders, wij doen dat niet. Onze taak is het om de schippers van informatie te voorzien, zodanig dat het scheepvaartverkeer veilig, snel en efficiënt kan doorgaan.”
Verhouding 60% - 40%
Wat is de taak van mobiele verkeersleiders? Wilfred: “We hebben een breed takenpakket met het accent op handhaven. Dat neemt zo’n 60% van onze tijd in beslag. Daar horen bijvoorbeeld controles op de binnenvaart bij. Soms aangekondigd, soms als verrassingsbezoek. We kijken naar de rusttijden van de bemanningsleden, de meeste binnenvaartschepen zijn net als vrachtwagens met een tachograaf uitgerust, checken of de bemanningssterkte in orde is en letten op technische zaken op het schip zelf. Een dagelijks terugkerende activiteit is het op verschillende plekken peilen van de diepte van het water. ‘De minst gepeilde diepte’ in jargon. De schipper weet hierdoor tot welke diepgang hij zijn schip kan afladen. Bij stijging van de minst gepeilde diepte, neemt tegelijkertijd de stroming toe. Overigens, Nederland is heel professioneel met de binnenscheepvaart bezig en loopt met dit soort informatievoorziening voorop. Bij onze oosterburen moeten de schippers zelf de waterstand in de gaten houden en worden deze gegevens niet gepubliceerd” licht Wilfred toe.
Vaarmeubilair
“Met het oog op waterwingebieden overal in het land is het opsporen van milieudelicten een niet te onderschatten onderdeel van ons werk” legt Roland uit. ”Neem een auto die in het water is geraakt. Die verliest olie en veroorzaakt een oppervlakteverontreiniging. Wij signaleren, geven een schoonmaakopdracht, maar stellen de veroorzaker wel eerst in de gelegenheid om de vervuiling zelf op te ruimen. Het milieu en natuurlijk ook de inwinpunten van onze drinkwatervoorziening zijn gebaat bij zo schoon mogelijk water. Voor de scheepvaart geldt de noodzaak van een schone vaargeul net zo. In het water terechtgekomen auto’s, drijvende boomstammen, kabelhaspels, kadavers van vee horen niet in de vaarweg thuis. Ook daar bemoeien we ons mee. Als het kan ruimen we die obstakels zelf op, anders schakelen we hulpdiensten in. Dan is er het vaarwegmeubilair. Wij zorgen er voor dat markeringstonnen, markeringslichtboeien en kribbakens functioneren en op de juiste plek liggen of staan.”
Niet louter rozengeur
Roland: “We hebben een wereldbaan, vinden we zelf, maar natuurlijk gaan verdrietige zaken ons evenmin voorbij. Vers in ons geheugen ligt nog de verdwijning van Jos Mahler en zijn vrienden. Na meer dan dertien jaar zoeken, dreggen, duiken en speuren zijn ze eindelijk gevonden. We zijn heus wat gewend, maar zoiets raakt ons ook behoorlijk. Ongelukken, zelfdodingen, mensen die van de brug springen, auto’s die van de veerstoep afrijden, zwemmers die ondanks het verbod toch in de rivier zwemmen en verdrinken, we hebben er allemaal mee te maken. In al die gevallen staan wij paraat in samenwerking met de andere hulpdiensten.”
Nooit meer anders
Ze zijn verknocht aan het water, in de meeste gevallen ook genetisch besmet met het binnenvaartvirus. Kunnen zich zelfs geen andere baan voorstellen. Dat geldt voor Roland, al dertig jaar in het vak, ook voor Wilfred wiens ouders binnenvaartschippers waren. Roland: “geen dag is dezelfde. We weten nu niet wat er zich over een uur aandient. Een grote vrijheid, een grote verantwoordelijkheid, wisselende diensten, allemaal voordelen. En dan het contact met heel veel verschillende mensen. Als een schipper of zwemmer de noodzaak van een regel of verbod heeft begrepen, hebben we weer een klein beetje ‘opgevoed’ en is onze missie geslaagd.”
door José Vleeming
Weetjes:
➢ Dagelijks passeren 600 schepen de Pannerdense Kop. Dat zijn op jaarbasis 220.000 scheepsbewegingen.
➢ De taal van het land waar je vaart is leidend. Hier is dat Nederlands met Duits als tweede taal. In het westen is de tweede taal Engels.
➢ Nederland heeft de grootste binnenvaartvloot van Europa.
➢ De scheepvaart die Nederland als doorvoerland gebruikt is internationaal georiënteerd met schepen uit Oost-Europa, Duitsland en Nederland.
➢ In de corridor Rotterdam – Duitsland – Waal varen jaarlijks 145.000 schepen met een vervoerde lading van 160 miljoen ton.