Voor de kiezen
Na een snelle pizza stap ik op de trein. In de coupé voel ik dat er een stuk kies is afgebroken. Heb ik het in alle gulzigheid doorgeslikt?
De volgende ochtend bel ik de tandarts. Het is altijd weer een wonder dat ik meteen kan komen. Dat was bij haar voorganger wel anders.
Een vulling uit 2006. De vorige tandarts had al aangegeven dat het dichtbij de zenuw zit. Ze begint wat uit te boren. De assistente is aan het bellen. Als ze ophangt ontfermt ze zich over de zuiger.
De tandarts geeft aanwijzingen maar ze blijft stoeien.
Als de telefoon weer gaat houd ik zelf de zuiger maar vast. Zelfs als ze allang weer naast me zit. De tandarts zegt niets.
De assistente mag de eerste laag gaan klaarmaken. “Dat heb ik pas één keer gedaan. Even denken.” De telefoon gaat weer.
De tandarts monteert een klem om mijn achterste kies. “Je hebt hem niet goed dichtgedraaid.” Ik heb nog steeds de zuiger vast.
Wanneer ze de klem verwijdert, haal ik meteen met mijn tong een stuk vulling los.
Foto’s maken.
Ik mag even naar de wachtkamer. Een vrouw wordt ondertussen naar binnen geroepen.
Na tien minuten worden we afgewisseld.
Slecht nieuws: ontsteking!
Trekken of wortelkanaalbehandeling?
Uit overtuiging dat mijn gebit in verbinding staat met mijn organen, kies ik voor de wortelkanaalbehandeling; ik wil mijn gebit behouden.
Twee dagen later is er een andere assistente. Ze kan niets goed doen. Links moet rechts. Rechts moet links. Ik heb met haar te doen. Zie haar steeds verder wegkwijnen.
Ik word eraan herinnerd dat er een noodvulling komt.
De tweede fase is voor een week later.
Vier dagen later valt de vulling eruit. Ik kan meteen komen. Een dag later valt ook deze vulling eruit. Ik kan meteen komen.
We besluiten dat we de tweede fase nu gaan doen. 'Het is ook zo’n lastige plek daar achterin.'
We hebben een uur.
We zullen wederom afsluiten met een noodvulling.
Ze komt niet diep in een van de wortels.
Foto’s!
Ze vluchten weer achter het muurtje.
Ik vraag me af hoeveel straling mijn kaak kan hebben.
De wortel maakt een haakse bocht.
Doorverwijzen naar Apeldoorn of dicht maken?
Nu voor de vijfde keer op de stoel ben ik nog steeds de rust zelve.
Ik verbaas mezelf.
Is het mijn mediteren?
Ik kan geen woord uitbrengen, het is vol: een kofferdam, een zuiger en een tampon.
“Ja of nee?”
Ik krijg een kladbloc
Ik neem het risico van 50% dat het bochtje vroeg of laat pijn gaat doen.
Thuis sla ik met een kloppende kies toch even Diane Beerland erop na.
Ik lees dat wanneer een levensles wel of niet geleerd is afstand van de kies gedaan mag worden.
Behoud van tanden is een schoonheidsideaal of zelfs de angst om oud te worden.
Die avond zit ik aan tafel met mijn oom en tante. Ik kauw links. Mijn oom vertelt dat ze bij hem alles hebben getrokken toen hij 30 was.
De man van 83 staat nog dagelijks op het land.
door René Turk